De nieuwe eindtermen wiskunde voor de eerste graad zijn ondertussen gekend. Het is op het moment van dit schrijven nog uitkijken naar de nieuwe leerplannen. En dat is spannend, want méér nog dan de eindtermen, bepalen de leerplannen hoe onze lessen er de volgende jaren concreet zullen uitzien. De invulling van die leerplannen is dus erg belangrijk.

De leerplannen die we nu gebruiken in de eerste graad, dateren al van 2009 en die mogen wel wat afgestoft worden. Bovendien zijn de leerplannen van de tweede graad nooit aangepast (die dateren al van 2003) waardoor er kleine problemen waren met de aansluiting van die twee leerplannen. De laatste decennia is de wereld sterk veranderd, denk bijvoorbeeld maar aan de toegenomen digitalisering en mondialisering. Elke leraar met enkele jaren ervaring op de teller zal beamen dat het publiek in de klas de laatste jaren ook veranderd is. Leerlingen van nu leren anders, worden door andere dingen geboeid, zijn veeleisender, diverser… Dit heeft uiteraard consequenties voor wat wij in onze lessen doen. In het licht van die maatschappelijke veranderingen is het een goede zaak dat er bijvoorbeeld meer aandacht komt voor statistiek en voor probleemoplossen.

Ieder van ons heeft een idee van wat er wel of niet in die leerplannen moet zitten. In heel wat leraarskamers zal daarover al pittig gediscussieerd zijn en ook op onze redactie hadden we boeiende discussies. Daaruit bleken wel wat accentverschillen, maar er zijn toch twee punten die bij ieder redactielid op het verlanglijstje staan.

Zowel voor de leerlingen als voor de leraren, vinden we het belangrijk dat er voldoende mogelijkheid blijft tot differentiëren. Zeker in de eerste graad, waar de groepen vaak nog erg heterogeen zijn, bestaat het risico dat sterke leerlingen onvoldoende uitdaging krijgen en daardoor verveeld en gedemotiveerd raken. Anderzijds zijn er ook heel wat leerlingen die het moeilijk hebben met de overgang naar het secundair onderwijs, die moeite hebben met abstract denken, die in het lager onderwijs al een achterstand opliepen… Ook zij mogen niet uit de boot vallen of ontgoocheld afhaken. Ook voor hen is het nodig dat de leerplannen voldoende ruimte laten voor differentiatie. Voor leraren is het belangrijk om eigen accenten te kunnen leggen. Ik vind het bijvoorbeeld heerlijk om eens extra uit te weiden over wiskunde in architectuur en kunst. Leraren moeten niet gereduceerd worden tot louter uitvoerders die vinkjes zetten bij elke afgewerkte doelstelling.

Daarnaast willen wij wiskunde graag als op zichzelf staand vak blijven zien. We zijn het er mee eens dat er veel aandacht nodig is voor interdisciplinair werken binnen de STEM-vakken. Maar wij vinden dat dit het best gerealiseerd kan worden door te vertrekken vanuit die verschillende disciplines. Het geeft soms gensters in de klas wanneer ik mijn passie voor wiskunde laat spreken. Ik denk niet dat ik die dynamiek snel kan bereiken met pakweg chemie of informatica. Daar heb ik gewoon niet genoeg achtergrondkennis voor. En nogmaals: dat betekent uiteraard niet dat we op een eiland blijven zitten. Het is een meerwaarde om vakdoorbrekend samen te werken, maar er moet genoeg ruimte blijven om het vak wiskunde als op zichzelf staand vak te onderwijzen. Wiskunde is immers meer dan de toepassingen in wetenschappen, techniek of technologie alleen. De algemene wiskunde-vorming, waarbij de redeneervaardigheden worden getraind die broodnodig zijn in een complexe maatschappij, mag niet in het gedrang komen.

Beste lezer, misschien verschil je wel van mening met ons? Of ben je het helemaal eens?

Hoe dan ook: we delen dezelfde passie voor onderwijs en wiskunde. En we kijken samen uit naar de nieuwe leerplannen!

Els Vl, namens de redactie

Share this article

Ik ben Els Vanlommel, geboren in 1974, en leerkracht in het Heilig Hart van Maria, Berlaar. Ik geef daar wiskunde in het vijfde en zesde jaar en ook een uurtje met extra uitdaging voor enthousiastelingen van het tweede jaar. Bovendien werk ik mee aan de optie-uren STEM in mijn school. Daarnaast zit ik in de werkgroep wiskunde van CNO, ben ik lid van de wedstrijdjury van de Vlaamse Wiskunde Olympiade en ben ik bestuurslid van het Platform Wiskunde Vlaanderen.

Post a comment